Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Alltagssprache:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Alltagssprache (Duits) in het Nederlands

Alltagssprache: (*Woord en zin splitter gebruikt)

Alltagssprache:


Synoniemen voor "Alltagssprache":


Wiktionary: Alltagssprache

Alltagssprache
noun
  1. de taal van het gewone volk, vaak informeel van aard en soms als minder beschaafd gezien, in tegenstelling tot de standaardtaal