Anstifter: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Anstifter:
- aanstichters
- oprichter; stichter; aanstichter; opstokers; belhamel; raddraaister; raddraaier
Wiktionary:
- Anstifter → aanstichter, opstoker

Duits

Uitgebreide vertaling voor Anstifter (Duits) in het Nederlands

die Anstifter (Anführer)
de aanstichters
- aanstichters [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

der Anstifter (Gründer; Initiator; Stifter; Urheber; Anführer)
de oprichter; de stichter; de aanstichter
- oprichter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- stichter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- aanstichter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Anstifter (Aufwiegler; Aufhetzer)
opstokers
- opstokers [znw.] zelfstandig naamwoord
der Anstifter (Rädelsführer; Krachmacher; Anführer; Rüpel; Anführerin; Lärmmacher)
de belhamel; raddraaister; de raddraaier
- belhamel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- raddraaister [znw.] zelfstandig naamwoord
- raddraaier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanstichter	Anführer; Anstifter; Gründer; Initiator; Stifter; Urheber	Anführer; Anreger; Initiator; Verursacher
aanstichters	Anführer; Anstifter
belhamel	Anführer; Anführerin; Anstifter; Krachmacher; Lärmmacher; Rädelsführer; Rüpel
oprichter	Anführer; Anstifter; Gründer; Initiator; Stifter; Urheber	Gründer; Initiator; Stifter; Urheber
opstokers	Anstifter; Aufhetzer; Aufwiegler
raddraaier	Anführer; Anführerin; Anstifter; Krachmacher; Lärmmacher; Rädelsführer; Rüpel
raddraaister	Anführer; Anführerin; Anstifter; Krachmacher; Lärmmacher; Rädelsführer; Rüpel
stichter	Anführer; Anstifter; Gründer; Initiator; Stifter; Urheber	Gründer; Initiator; Stifter; Urheber

Cross Translation:

From	To	Via
• Anstifter	→ aanstichter; opstoker	↔ abettor — inciter