Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Armbanduhr:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Armbanduhr (Duits) in het Nederlands

Armbanduhr:

Armbanduhr [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Armbanduhr (Uhr)
    het zakuurwerk; het klokje; het polshorloge; het zakhorloge

Vertaal Matrix voor Armbanduhr:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klokje Armbanduhr; Uhr Glöckchen; kleine Uhr
polshorloge Armbanduhr; Uhr
zakhorloge Armbanduhr; Uhr
zakuurwerk Armbanduhr; Uhr

Wiktionary: Armbanduhr


Cross Translation:
FromToVia
Armbanduhr horloge watch — portable or wearable timepiece
Armbanduhr polshorloge; horloge; uurwerk wristwatch — watch worn on the wrist
Armbanduhr polshorloge bracelet-montremontre se portant au bracelet.
Armbanduhr polshorloge montre-braceletmontre se portant au bracelet, par opposition à la montre de poche