Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Ausübung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausübung (Duits) in het Nederlands

Ausübung:

Ausübung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ausübung
    de beoefening
  2. die Ausübung
    de uitoefening
  3. die Ausübung (Verrichtung; Leistung; Arbeitsleistung; Vollziehung; Großtat)
    de prestatie; de verrichting
  4. die Ausübung (Leistung; Verrichtung; Arbeitsleistung; Vollziehung; Großtat)
    de prestatie; de verrichting; grote daad

Vertaal Matrix voor Ausübung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beoefening Ausübung
grote daad Arbeitsleistung; Ausübung; Großtat; Leistung; Verrichtung; Vollziehung
prestatie Arbeitsleistung; Ausübung; Großtat; Leistung; Verrichtung; Vollziehung Leistung
uitoefening Ausübung
verrichting Arbeitsleistung; Ausübung; Großtat; Leistung; Verrichtung; Vollziehung Operation; operativer Eingriff

Synoniemen voor "Ausübung":

  • Geltendmachung

Wiktionary: Ausübung


Cross Translation:
FromToVia
Ausübung uitoefening; praktijk practice — an ongoing pursuit of a craft or profession