Duits

Uitgebreide vertaling voor Blütezeit (Duits) in het Nederlands

Blütezeit:

Blütezeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Blütezeit (Blüte)
    de bloei; bloeiperiode van bloemen
  2. die Blütezeit (Glanzzeit; Glanzperiode)
    de bloeitijd; het hoogtij; de hoogtijdagen; de glansperiode; de glorietijd
  3. die Blütezeit (goldenes Jahrhundert)
    de bloeiperiode; gouden eeuw; het bloeiseizoen; de bloeitijd

Vertaal Matrix voor Blütezeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bloei Blüte; Blütezeit Aufschwung; Blühperiode; Blüte; Hausse; Hochkonjunktur; Wachstum; Wuchs; Zunahme
bloeiperiode Blütezeit; goldenes Jahrhundert Blühperiode; Blüte
bloeiperiode van bloemen Blüte; Blütezeit
bloeiseizoen Blütezeit; goldenes Jahrhundert
bloeitijd Blütezeit; Glanzperiode; Glanzzeit; goldenes Jahrhundert
glansperiode Blütezeit; Glanzperiode; Glanzzeit
glorietijd Blütezeit; Glanzperiode; Glanzzeit
gouden eeuw Blütezeit; goldenes Jahrhundert
hoogtij Blütezeit; Glanzperiode; Glanzzeit
hoogtijdagen Blütezeit; Glanzperiode; Glanzzeit

Synoniemen voor "Blütezeit":