Duits

Uitgebreide vertaling voor Effektiv- (Duits) in het Nederlands

effektiv:

effektiv bijvoeglijk naamwoord

  1. effektiv (effizient; zweckmäßig)
    efficiënt; effectief; doelmatig; doeltreffend; krachtig
  2. effektiv (faktisch; wirklich; grundsätzlich; )
    daadwerkelijk; werkelijk; in feite; feitelijk; in werkelijkheid
  3. effektiv (rechtschaffen; zuverlässig; gründlich; )
    betrouwbaar; deugdelijk; degelijk
  4. effektiv (solide; gründlich; zuverlässig; )
    deugdelijk; gedegen; van goede hoedanigheid; degelijk
  5. effektiv
    effectief

Vertaal Matrix voor effektiv:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
betrouwbaar dauerhaft; effektiv; fest; gediegen; gründlich; handfest; kräftig; rechtschaffen; robust; solid; solide; stabil; tauglich; tüchtig; zuverlässig
daadwerkelijk effektiv; essentiell; faktisch; grundlegend; grundsätzlich; sachlich; wahrhaftig; wesentlich; wirklich allerdings; denn; indertat; selbstverständlich; tatsächlich
degelijk dauerhaft; effektiv; fest; gediegen; gründlich; handfest; kräftig; rechtschaffen; robust; solid; solide; stabil; tauglich; tüchtig; zuverlässig begründet; berechtigt; dauerhaft; eingehend; einschneidend; fest; gedankenvoll; gediegen; grundlegend; gründlich; handfest; kräftig; plausibel; robust; solide; stabil; stichhaltig; tauglich; tief; tiefgehend; tiefschürfend; tiefsinnig; weise; zuverlässig
deugdelijk dauerhaft; effektiv; fest; gediegen; gründlich; handfest; kräftig; rechtschaffen; robust; solid; solide; stabil; tauglich; tüchtig; zuverlässig bewährt; erprobt; geprüft
doelmatig effektiv; effizient; zweckmäßig
doeltreffend effektiv; effizient; zweckmäßig
effectief effektiv; effizient; zweckmäßig das stimmt; echt; ehrlich; wahr; wahrhaftig; wirklich
efficiënt effektiv; effizient; zweckmäßig
feitelijk effektiv; essentiell; faktisch; grundlegend; grundsätzlich; sachlich; wahrhaftig; wesentlich; wirklich sicher; unbedingt
gedegen effektiv; gediegen; gründlich; rechtschaffen; solid; solide; tüchtig; zuverlässig
krachtig effektiv; effizient; zweckmäßig dehnbar; drastisch; durchgreifend; eingehend; elastisch; energisch; entschieden; entschlossen; erregt; federnd; fest; feurig; forsch; gelenkig; gereizt; gewaltsam; gummiartig; hart; heftig; hitzig; inbrünstig; intensiv; kraftvoll; kräftig; mit Nachdruck; mit einer kräftigen Auswirkung; nachdrücklich; schlimm; spannkräftig; stark; stattlich; stramm; stämmig; tatkräftig
werkelijk effektiv; essentiell; faktisch; grundlegend; grundsätzlich; sachlich; wahrhaftig; wesentlich; wirklich aktuell; allerdings; das stimmt; echt; ehrlich; eigentlich; einfach; in der Tat; richtig; unverfälscht; wahr; wahrhaftig; wirklich; überhaupt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in feite effektiv; essentiell; faktisch; grundlegend; grundsätzlich; sachlich; wahrhaftig; wesentlich; wirklich
in werkelijkheid effektiv; essentiell; faktisch; grundlegend; grundsätzlich; sachlich; wahrhaftig; wesentlich; wirklich
van goede hoedanigheid effektiv; gediegen; gründlich; rechtschaffen; solid; solide; tüchtig; zuverlässig

Synoniemen voor "effektiv":


Wiktionary: effektiv


Cross Translation:
FromToVia
effektiv efficiënt; klaar; duidelijk articulate — clear, effective
effektiv goed good — effective
effektiv actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig; effectief; werkelijk; daadwerkelijk effectif — Qui est réellement et de fait, qui produit un résultat réel.


Wiktionary: Effektiv-


Cross Translation:
FromToVia
Effektiv- actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig; effectief; werkelijk; daadwerkelijk effectif — Qui est réellement et de fait, qui produit un résultat réel.

Verwante vertalingen van Effektiv-