Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Eintopf:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Eintopf (Duits) in het Nederlands

Eintopf:

Eintopf [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Eintopf (Eintopfgericht)
    de stamppot
    • stamppot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Eintopf (Eintopfgericht; Zusammengekochte)
    de hutspot
    • hutspot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Eintopf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hutspot Eintopf; Eintopfgericht; Zusammengekochte
stamppot Eintopf; Eintopfgericht

Synoniemen voor "Eintopf":


Wiktionary: Eintopf

Eintopf
noun
  1. gerecht van groente, vermengd met aardappelen of een andere wortelplant, waar bij bereiding met een stamper gewerkt wordt