Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Erbe

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Erbe

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Erbe:
  2. erben:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Erbe (Duits) in het Nederlands

Erbe:

Erbe [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Erbe (Verwandte; Angehörige; Hinterbliebene)
    de erfgenaam
  2. der Erbe (Sproß; Nachkommenschaft; Abkomme; )
    de afstammeling; de nakomeling; de telg

Erbe [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Erbe (Hinterlassenschaft; Nachlaß; Erbschaft; )
    de erfenis; de legaat; de nalatenschap; het erfgoed; de boedel; erfboedel
    • erfenis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • legaat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • nalatenschap [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • erfgoed [het ~] zelfstandig naamwoord
    • boedel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • erfboedel [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. Erbe (Vermächtnis; Anteil; Erbschaft; )
    de erfenis; het deel; het erfdeel; wat iemand erft

Vertaal Matrix voor Erbe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afstammeling Abkomme; Abkömmling; Erbe; Geschlecht; Kinder; Nachkommen; Nachkommenschaft; Sproß; Sprößling; Zweig
boedel Erbe; Erbmasse; Erbschaft; Erbstück; Erbteil; Hinterlassenschaft; Nachlaß; Vermächtnis Besitz; Besitztum; Bestand; Eigentum; Habe; Hausmobiliar; Hausrat; Inventar; Mobiliar
deel Anteil; Erbe; Erbschaft; Erbstück; Erbteil; Hinterlassenschaft; Nachlaß; Vermächtnis Abschnitt; Anteil; Auflage; Auflegung; Ausgabe; Band; Bestandteil; Bruchteil; Bund; Dreschboden; Druck; Element; Glied; Segment; Stück; Teil; Teilchen
erfboedel Erbe; Erbmasse; Erbschaft; Erbstück; Erbteil; Hinterlassenschaft; Nachlaß; Vermächtnis
erfdeel Anteil; Erbe; Erbschaft; Erbstück; Erbteil; Hinterlassenschaft; Nachlaß; Vermächtnis
erfenis Anteil; Erbe; Erbmasse; Erbschaft; Erbstück; Erbteil; Hinterlassenschaft; Nachlaß; Vermächtnis Erbschaft
erfgenaam Angehörige; Erbe; Hinterbliebene; Verwandte
erfgoed Erbe; Erbmasse; Erbschaft; Erbstück; Erbteil; Hinterlassenschaft; Nachlaß; Vermächtnis
legaat Erbe; Erbmasse; Erbschaft; Erbstück; Erbteil; Hinterlassenschaft; Nachlaß; Vermächtnis
nakomeling Abkomme; Abkömmling; Erbe; Geschlecht; Kinder; Nachkommen; Nachkommenschaft; Sproß; Sprößling; Zweig
nalatenschap Erbe; Erbmasse; Erbschaft; Erbstück; Erbteil; Hinterlassenschaft; Nachlaß; Vermächtnis
telg Abkomme; Abkömmling; Erbe; Geschlecht; Kinder; Nachkommen; Nachkommenschaft; Sproß; Sprößling; Zweig
wat iemand erft Anteil; Erbe; Erbschaft; Erbstück; Erbteil; Hinterlassenschaft; Nachlaß; Vermächtnis
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
deel Kachel

Synoniemen voor "Erbe":


Wiktionary: Erbe

Erbe
noun
  1. Nachwirkungen einer Epoche
  2. Der Besitz eines Verstorbenen der an eine lebende Person übertragen werden kann
Cross Translation:
FromToVia
• Erbe → erfgenaam ↔ heir — one who inherits, or is designated to inherit, the property of another
• Erbe → erfenis ↔ heritage — property
• Erbe → erfenis; erfgoed ↔ heritage — tradition
• Erbe → erfgoed; erfenis ↔ legacy — money or property bequeathed to someone in a will
• Erbe → erfgoed; erfenis ↔ legacy — Something inherited from a predecessor; a heritage

Erbe vorm van erben:

erben werkwoord (erbe, erbst, erbt, erbte, erbtet, geerb)

  1. erben
    erven
    • erven werkwoord (erf, erft, erfde, erfden, geërfd)

Conjugations for erben:

Präsens
  1. erbe
  2. erbst
  3. erbt
  4. erben
  5. erbt
  6. erben
Imperfekt
  1. erbte
  2. erbtest
  3. erbte
  4. erbten
  5. erbtet
  6. erbten
Perfekt
  1. habe geerb
  2. hast geerb
  3. hat geerb
  4. haben geerb
  5. habt geerb
  6. haben geerb
1. Konjunktiv [1]
  1. erbe
  2. erbest
  3. erbe
  4. erben
  5. erbet
  6. erben
2. Konjunktiv
  1. erbte
  2. erbtest
  3. erbte
  4. erbten
  5. erbtet
  6. erbten
Futur 1
  1. werde erben
  2. wirst erben
  3. wird erben
  4. werden erben
  5. werdet erben
  6. werden erben
1. Konjunktiv [2]
  1. würde erben
  2. würdest erben
  3. würde erben
  4. würden erben
  5. würdet erben
  6. würden erben
Diverses
  1. erb!
  2. erbt!
  3. erben Sie!
  5. geerb
  6. erbend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor erben:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erven erben

Synoniemen voor "erben":

  • ererben

Wiktionary: erben

erben
verb
  1. de eigendommen van een overledene, meestal een familielid, rechtens verkrijgen
Cross Translation:
FromToVia
• erben → erven ↔ inherit — to receive property or a title by legal succession etc.
• erben → beërven; erven ↔ hériter — Devenir propriétaire par succession







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0683 seconde
Page rendered in 1.0 seconds