Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Fürsprecher:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fürsprecher (Duits) in het Nederlands

Fürsprecher:

Fürsprecher [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Fürsprecher (Anwalt)
    de verdedigers; de pleitbezorgers
  2. der Fürsprecher (Befürworter; Anhänger; Verfechter)
    de voorstander

Vertaal Matrix voor Fürsprecher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pleitbezorgers Anwalt; Fürsprecher
verdedigers Anwalt; Fürsprecher
voorstander Anhänger; Befürworter; Fürsprecher; Verfechter

Synoniemen voor "Fürsprecher":


Wiktionary: Fürsprecher

Fürsprecher
noun
  1. juridisch|nld, beroep|nld pleiter, verdediger in rechtzaken

Cross Translation:
FromToVia
Fürsprecher voorstander proponent — one who supports something
Fürsprecher pleitbezorger; verdediger; verweerder; advocaat; voorspreker; zaakbezorger défenseur — Celui qui défendre quelqu’un ou quelque chose qui attaquer.