Duits

Uitgebreide vertaling voor Fassade (Duits) in het Nederlands

Fassade:

Fassade [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Fassade (untere Front; Ladenfront; Freitreppe)
    de voorgevel; de façade; het front; de voorkant; de gevel; de pui
    • voorgevel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • façade [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • front [het ~] zelfstandig naamwoord
    • voorkant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gevel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pui [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Fassade (Vordere Giebel; Vorderseite; Giebel; )
    de voorgevel; de pui; de gevel; de voorzijde
    • voorgevel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pui [de ~] zelfstandig naamwoord
    • gevel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • voorzijde [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Fassade (Vorderansicht; Front; Vorderrand)
    het vooraanzicht; de façade; de voorkant; het front
    • vooraanzicht [het ~] zelfstandig naamwoord
    • façade [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • voorkant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • front [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. die Fassade (Vorseite; Vorderseite; Front; Angesicht)
    de voorkant; het aangezicht; de voorzijde; het front
  5. die Fassade (Anschein; Schein)
    de schijnvertoning; de façade
  6. die Fassade (Anschein)
    de façade; uiterlijke schijn
  7. die Fassade (Front; Vorderseite; vordere Ende)
    voorste gedeelte; vooreinde; vooreind
  8. die Fassade (Front)
    het front; gevelbreedte
  9. die Fassade (Gefechtslinie; Front; Vorderseite; Frontlinie)
    de frontlijn; gevechtslinie; het front; de vuurlijn

Vertaal Matrix voor Fassade:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangezicht Angesicht; Fassade; Front; Vorderseite; Vorseite Anblick; Ansicht; Antlitz; Aussehen; Erscheinung; Erscheinungsform; Gesicht; Gestalt; Schauspiel; Statur; Szene; Äußere
façade Anschein; Fassade; Freitreppe; Front; Ladenfront; Schein; Vorderansicht; Vorderrand; untere Front Deckmantel
front Angesicht; Fassade; Freitreppe; Front; Frontlinie; Gefechtslinie; Ladenfront; Vorderansicht; Vorderrand; Vorderseite; Vorseite; untere Front
frontlijn Fassade; Front; Frontlinie; Gefechtslinie; Vorderseite
gevechtslinie Fassade; Front; Frontlinie; Gefechtslinie; Vorderseite
gevel Fassade; Freitreppe; Front; Gesicht; Giebel; Ladenfront; Spitze; Vordere Giebel; Vorderrand; Vorderseite; untere Front; vordere Ende Giebelwand
gevelbreedte Fassade; Front
pui Fassade; Freitreppe; Front; Gesicht; Giebel; Ladenfront; Spitze; Vordere Giebel; Vorderrand; Vorderseite; untere Front; vordere Ende
schijnvertoning Anschein; Fassade; Schein
uiterlijke schijn Anschein; Fassade
vooraanzicht Fassade; Front; Vorderansicht; Vorderrand Aufriß; Vorderansicht
vooreind Fassade; Front; Vorderseite; vordere Ende
vooreinde Fassade; Front; Vorderseite; vordere Ende
voorgevel Fassade; Freitreppe; Front; Gesicht; Giebel; Ladenfront; Spitze; Vordere Giebel; Vorderrand; Vorderseite; untere Front; vordere Ende
voorkant Angesicht; Fassade; Freitreppe; Front; Ladenfront; Vorderansicht; Vorderrand; Vorderseite; Vorseite; untere Front
voorste gedeelte Fassade; Front; Vorderseite; vordere Ende
voorzijde Angesicht; Fassade; Front; Gesicht; Giebel; Spitze; Vordere Giebel; Vorderrand; Vorderseite; Vorseite; vordere Ende
vuurlijn Fassade; Front; Frontlinie; Gefechtslinie; Vorderseite Feuerlinie; Schußlinie

Wiktionary: Fassade

Fassade
noun
  1. Vorderansicht eines Gebäudes
Fassade
noun
  1. de zichtbare buitenmuur van een gebouw, specifiek die aan de voorkant
  2. buitenmuur van een gebouw
  3. gevel aan de voorkant

Cross Translation:
FromToVia
Fassade façade; gevel façade — face of a building
Fassade façade façade — deceptive outward appearance
Fassade gevel; façade façade — (architecture) Un des côtés d’un bâtiment, d’un édifice, lorsqu’il se présente au spectateur.