Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Flosse

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Flosse

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Flosse:
  2. Flöße:
  3. flößen:
  4. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Flosse (Duits) in het Nederlands

Flosse:

Flosse [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Flosse (Häutchen; Membran; Fell; Haut; Häute)
    de membraan; het vlies; het velletje; het dun huidje; het vel
    • membraan [de ~] zelfstandig naamwoord
    • vlies [het ~] zelfstandig naamwoord
    • velletje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • dun huidje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vel [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Flosse (Schwimmflosse; Finne)
    de vin; het zwemvlies
    • vin [de ~] zelfstandig naamwoord
    • zwemvlies [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Flosse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dun huidje Fell; Flosse; Haut; Häutchen; Häute; Membran
membraan Fell; Flosse; Haut; Häutchen; Häute; Membran
vel Fell; Flosse; Haut; Häutchen; Häute; Membran Blatt; Blatt Papier; Fell; Haut; Pelz; Schale
velletje Fell; Flosse; Haut; Häutchen; Häute; Membran dünne Schicht; dünner Film
vin Finne; Flosse; Schwimmflosse
vlies Fell; Flosse; Haut; Häutchen; Häute; Membran
zwemvlies Finne; Flosse; Schwimmflosse

Synoniemen voor "Flosse":


Wiktionary: Flosse

Flosse
noun
  1. Wassersport: Kurzform für Schwimm- oder Taucherflossen
  2. allgemeiner Sprachgebrauch, Tieranatomie: Antriebs- und Stabilisierungsorgan bei im Wasser lebenden Tieren
    • Flosse → vin
Flosse
noun
  1. uitstekend lichaamsdeel van vissen en andere aquatische dieren die zij gebruiken voor de voortbeweging
Cross Translation:
FromToVia
• Flosse → vin ↔ fin — appendage of a fish
• Flosse → vin ↔ nageoire — organe extérieur des poissons, des animaux marins, qui leur sert à nager.

Flöße:

Flöße [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Flöße (Holzfloß; Floß)
    het vlot; het houtvlot
    • vlot [het ~] zelfstandig naamwoord
    • houtvlot [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Flöße:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
houtvlot Floß; Flöße; Holzfloß
vlot Floß; Flöße; Holzfloß
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vlot fesch; fließend; flink; flott; flüssig; geschwind; hastig; im Trend; leicht; modisch; mödisch; mühelos; rasch; schick; schlechthin; schleunig; schnell; spritzig; strömend

flößen:

flößen werkwoord (flöße, flößt, flößte, flößtet, geflößt)

  1. flößen (gutvonstattengehen; flecken)
    vlotten; gemakkelijk gaan

Conjugations for flößen:

Präsens
  1. flöße
  2. flößt
  3. flößt
  4. flößen
  5. flößt
  6. flößen
Imperfekt
  1. flößte
  2. flößtest
  3. flößte
  4. flößten
  5. flößtet
  6. flößten
Perfekt
  1. habe geflößt
  2. hast geflößt
  3. hat geflößt
  4. haben geflößt
  5. habt geflößt
  6. haben geflößt
1. Konjunktiv [1]
  1. flöße
  2. flößest
  3. flöße
  4. flößen
  5. flößet
  6. flößen
2. Konjunktiv
  1. flößete
  2. flößetest
  3. flößete
  4. flößeten
  5. flößetet
  6. flößeten
Futur 1
  1. werde flößen
  2. wirst flößen
  3. wird flößen
  4. werden flößen
  5. werdet flößen
  6. werden flößen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde flößen
  2. würdest flößen
  3. würde flößen
  4. würden flößen
  5. würdet flößen
  6. würden flößen
Diverses
  1. flöße!
  2. flößt!
  3. flößen Sie!
  5. geflößt
  6. flößend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor flößen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gemakkelijk gaan flecken; flößen; gutvonstattengehen
vlotten flecken; flößen; gutvonstattengehen Flößerei







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0439 seconde
Page rendered in 1.0 seconds