Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Folter:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. folteren:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Folter (Duits) in het Nederlands

Folter:

Folter [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Folter (Quälerei; Qual; Kummer)
    de droefenis; het ongeluk; de rouw; het leed; de smart; de pijn; het kruis; de kwel
    • droefenis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • ongeluk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rouw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • leed [het ~] zelfstandig naamwoord
    • smart [de ~] zelfstandig naamwoord
    • pijn [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kruis [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kwel [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Folter (Folterbank; Folterbänke)
    de pijnbank
  3. die Folter
    de foltering

Vertaal Matrix voor Folter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
droefenis Folter; Kummer; Qual; Quälerei Bekümmernis; Gram; Griesgram; Kummer; Trauer; Trübsal; Verdrießlichkeit; Verdruß
foltering Folter Folterung; Kasteiung; Peinigung; Tortur
kruis Folter; Kummer; Qual; Quälerei Bürde; Heimsuchung; Kreuz; Kreuzform; Last; edle Teile
kwel Folter; Kummer; Qual; Quälerei Leid; Misere; Mißgeschick; Not; Schicksalsschlag; Schicksalsschläge; Schlamassel; Unglück
leed Folter; Kummer; Qual; Quälerei Gram; Kummer; Leid; Mühe; Pein; Schmerz; Verdruß
ongeluk Folter; Kummer; Qual; Quälerei Elend; Katastrophe; Malheur; Mißgeschick; Not; Pech; Schicksalsschlag; Schicksalsschläge; Unfall; Unglück; Unglücksfall; Unheil; Widerwärtigkeiten
pijn Folter; Kummer; Qual; Quälerei Kummer; Leid; Mühe; Pein; Schmerz
pijnbank Folter; Folterbank; Folterbänke
rouw Folter; Kummer; Qual; Quälerei
smart Folter; Kummer; Qual; Quälerei Gram; Kummer; Verdruß

Synoniemen voor "Folter":


Wiktionary: Folter

Folter
noun
  1. selten im Plural: die Misshandlung oder das Zufügen von körperlichen und seelischen Schmerzen

Cross Translation:
FromToVia
Folter marteling torture — intentional causing of somebody's experiencing agony



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Folter (Nederlands) in het Duits

folteren:

folteren werkwoord (folter, foltert, folterde, folterden, gefolterd)

  1. folteren (martelen; kwellen; pijnigen)
    foltern; peinigen; verletzen; martern; kasteien
    • foltern werkwoord (foltre, folterst, foltert, folterte, foltertet, gefoltert)
    • peinigen werkwoord (peinige, peinigst, peinigt, peinigte, peinigtet, gepeinigt)
    • verletzen werkwoord (verletze, verletzt, verletzte, verletztet, verletzt)
    • martern werkwoord (martere, marterst, martert, marterte, martertet, gemartert)
    • kasteien werkwoord (kasteie, kasteist, kasteit, kasteite, kasteitet, gekasteit)

Conjugations for folteren:

o.t.t.
  1. folter
  2. foltert
  3. foltert
  4. folteren
  5. folteren
  6. folteren
o.v.t.
  1. folterde
  2. folterde
  3. folterde
  4. folterden
  5. folterden
  6. folterden
v.t.t.
  1. heb gefolterd
  2. hebt gefolterd
  3. heeft gefolterd
  4. hebben gefolterd
  5. hebben gefolterd
  6. hebben gefolterd
v.v.t.
  1. had gefolterd
  2. had gefolterd
  3. had gefolterd
  4. hadden gefolterd
  5. hadden gefolterd
  6. hadden gefolterd
o.t.t.t.
  1. zal folteren
  2. zult folteren
  3. zal folteren
  4. zullen folteren
  5. zullen folteren
  6. zullen folteren
o.v.t.t.
  1. zou folteren
  2. zou folteren
  3. zou folteren
  4. zouden folteren
  5. zouden folteren
  6. zouden folteren
en verder
  1. ben gefolterd
  2. bent gefolterd
  3. is gefolterd
  4. zijn gefolterd
  5. zijn gefolterd
  6. zijn gefolterd
diversen
  1. folter!
  2. foltert!
  3. gefolterd
  4. folterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor folteren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
foltern folteren; kwellen; martelen; pijnigen
kasteien folteren; kwellen; martelen; pijnigen geselen; kastijden; tuchtigen
martern folteren; kwellen; martelen; pijnigen koeioneren; kwellen; narren; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren
peinigen folteren; kwellen; martelen; pijnigen
verletzen folteren; kwellen; martelen; pijnigen aanranden; belasteren; benadelen; bezeren; blesseren; deren; duperen; inbreuk maken; knauwen; krenken; kwaadspreken; kwetsen; lasteren; nadeel toebrengen; onteren; ontwijden; overtreden; pijn bezorgen; pijn doen; prikken; schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden; smaden; steken; steken geven; verkrachten; verwonden; zeer doen

Wiktionary: folteren


Cross Translation:
FromToVia
folteren foltern torture — to intentionally inflict unnecessary pain or suffering on helpless victims