Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Gemüse

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Gemüse

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Gemüse:
- groente; vaste plant; hachee; prak
Wiktionary:
- Gemüse → groente
- Gemüse → groente, gewas
Gebruikers suggesties voor Gemüse:
- groenten

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gemüse (Duits) in het Nederlands

Gemüse:

Gemüse [das ~] zelfstandig naamwoord

Gemüse
de groente; vaste plant
- groente [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vaste plant [znw.] zelfstandig naamwoord
Gemüse
de groente
- groente [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
Gemüse (Mus; Haché; Rest; Happen; Brei)
de hachee; de prak
- hachee [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- prak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gemüse:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
groente	Gemüse	Zwiebel
hachee	Brei; Gemüse; Haché; Happen; Mus; Rest
prak	Brei; Gemüse; Haché; Happen; Mus; Rest
vaste plant	Gemüse

Synoniemen voor "Gemüse":

Grünzeug; Gewächs; Pflanze

Wiktionary: Gemüse

Gemüse

noun

essbare Pflanzenteile krautiger, wild wachsender oder in Kultur genommener Gewächse, Gerichte und Speisen aus diesen Pflanzenteilen; ein Lebensmittel, ein Nahrungsmittel
- Gemüse → groente

Gemüse

noun

eetbare planten of delen daarvan
- groente → Gemüse

Cross Translation:

From	To	Via
• Gemüse	→ groente; gewas	↔ vegetable — a plant raised for some edible part of it
• Gemüse	→ groente	↔ légume — végétal considéré comme aliment