Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Granatapfel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Granatapfel (Duits) in het Nederlands

Granatapfel:

Granatapfel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Granatapfel
    de granaatappel; vrucht van de granaatboom

Vertaal Matrix voor Granatapfel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
granaatappel Granatapfel
vrucht van de granaatboom Granatapfel

Wiktionary: Granatapfel

Granatapfel
noun
  1. Laubbaum aus der Familie Weiderichgewächse

Cross Translation:
FromToVia
Granatapfel granaatappel pomegranate — shrub/tree
Granatapfel granaatappel pomegranate — fruit

Computer vertaling door derden: