Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Granit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Granit (Duits) in het Nederlands

Granit:

Granit [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Granit
    het graniet; de hardsteen
    • graniet [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hardsteen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Granit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
graniet Granit
hardsteen Granit

Wiktionary: Granit

Granit
noun
  1. Gestein aus Feldspat, Quarz und Glimmer, das besonders hart ist
Granit
noun
  1. een stollingsgesteente bestaande uit lichtgekleurde, met het blote oog onderscheidbare mineralen.