Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Häufigkeit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Häufigkeit (Duits) in het Nederlands

Häufigkeit:

Häufigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Häufigkeit (Frequenz)
    de frequentie; aantal keren

Vertaal Matrix voor Häufigkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aantal keren Frequenz; Häufigkeit
frequentie Frequenz; Häufigkeit Frequenz; Hertz; Wellenlänge

Wiktionary: Häufigkeit


Cross Translation:
FromToVia
Häufigkeit frequentie frequency — rate of occurrence of anything
Häufigkeit regelmaat frequency — property of occurring often rather than infrequently