Handgriff: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Handgriff:
- handvat; greep; handel; hendel; handgreep; deurklink; deurkruk; kruk; klink; kolf; heft
Wiktionary:
- Handgriff → handvat
- Handgriff → handgreep, greep, gebaar, geste

Duits

Uitgebreide vertaling voor Handgriff (Duits) in het Nederlands

der Handgriff (Griff; Henkel; Trick; Kniff; Kunstgriff; Stiel)
het handvat; de greep; de handel; de hendel; de handgreep
- handvat [het ~] zelfstandig naamwoord
- greep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- handel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- hendel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- handgreep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Handgriff (Türgriff; Henkel; Stiel)
de deurklink; de deurkruk; de kruk
- deurklink [de ~] zelfstandig naamwoord
- deurkruk [de ~] zelfstandig naamwoord
- kruk [de ~] zelfstandig naamwoord
der Handgriff (Klinke; Krücke; Hebel; Griff; Henkel)
de klink; de kruk; de hendel; de deurklink
- klink [de ~] zelfstandig naamwoord
- kruk [de ~] zelfstandig naamwoord
- hendel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- deurklink [de ~] zelfstandig naamwoord
der Handgriff (Griff; Kolben; Henkel)
de kolf; de greep
- kolf [de ~] zelfstandig naamwoord
- greep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Handgriff (Henkel; Griff)
het heft
- heft [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
deurklink	Griff; Handgriff; Hebel; Henkel; Klinke; Krücke; Stiel; Türgriff
deurkruk	Handgriff; Henkel; Stiel; Türgriff
greep	Griff; Handgriff; Henkel; Kniff; Kolben; Kunstgriff; Stiel; Trick	Festnehmen; Festpacken
handel	Griff; Handgriff; Henkel; Kniff; Kunstgriff; Stiel; Trick	Geschäft; Geschäfte; Geschäftsverkehr; Güterhandel; Handel; Handelsbetrieb; Handelsverkehr; Handelsware; Handeltreiben; Kaufhandel; Kaufware; Kommerzie; Laden
handgreep	Griff; Handgriff; Henkel; Kniff; Kunstgriff; Stiel; Trick
handvat	Griff; Handgriff; Henkel; Kniff; Kunstgriff; Stiel; Trick
heft	Griff; Handgriff; Henkel
hendel	Griff; Handgriff; Hebel; Henkel; Klinke; Kniff; Krücke; Kunstgriff; Stiel; Trick
klink	Griff; Handgriff; Hebel; Henkel; Klinke; Krücke	Einhämmern eines Bolzens
kolf	Griff; Handgriff; Henkel; Kolben
kruk	Griff; Handgriff; Hebel; Henkel; Klinke; Krücke; Stiel; Türgriff	Hocker; Krücke; Kurbel; Pendel; Pfuscher; Schemel; Schuster; Schwengel; Stümper; kleiner Hocker
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
greep		Ziehpunkt

Handgriff

noun

Aktivität, um etwas zu erreichen
- Handgriff → handvat
Vorrichtung, die das Ergreifen/Festhalten eines Gegenstandes mit der Hand ermöglicht
- Handgriff → handvat

Cross Translation:

From	To	Via
• Handgriff	→ handgreep; greep	↔ hand — small part of a gunstock near the lock, grasped when aiming
• Handgriff	→ gebaar; geste	↔ geste — action et mouvement du corps et particulièrement des bras et des mains, action et mouvement employés à signifier quelque chose.