Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Imbiß:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Imbiss (Duits) in het Nederlands

Imbiss:


Synoniemen voor "Imbiss":


Wiktionary: Imbiss


Cross Translation:
FromToVia
Imbiss tussendoortje snack — a light meal

Imbiß:

Imbiß [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Imbiß (Schnellgaststätte; Schnellbüfett)
    de snackbar; de cafetaria; de frituur
  2. der Imbiß (Süßigkeit; Leckerei; Nascherei; )
    het tussendoortje; de versnapering; de zoetigheid; het lekkers
  3. der Imbiß (Leckerei; Leckerbissen)
    het liflafje
    • liflafje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Imbiß:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cafetaria Imbiß; Schnellbüfett; Schnellgaststätte Cafetaria; Cafétaria; Imbißstände
frituur Imbiß; Schnellbüfett; Schnellgaststätte Fritürtopf; Pommes-frites-Bude; Schnellgaststätte
lekkers Feinkost; Imbiß; Köstlichkeit; Leckerbissen; Leckerei; Leckereien; Nascherei; Naschwerk; Süßigkeit; Süßigkeiten; etwas Süßes Leckerei; Leckereien; Süßigkeiten
liflafje Imbiß; Leckerbissen; Leckerei
snackbar Imbiß; Schnellbüfett; Schnellgaststätte Cafetaria; Imbißstände
tussendoortje Feinkost; Imbiß; Köstlichkeit; Leckerbissen; Leckerei; Leckereien; Nascherei; Naschwerk; Süßigkeit; Süßigkeiten; etwas Süßes Bissen; Biß; Happen; Schnack; Zwischenmahlzeit; schnelleNummer
versnapering Feinkost; Imbiß; Köstlichkeit; Leckerbissen; Leckerei; Leckereien; Nascherei; Naschwerk; Süßigkeit; Süßigkeiten; etwas Süßes Bissen; Delikatesse; Erfrischung; Erquickung; Happen; Köstlichkeit; Leckerbissen; Leckerei; Nascherei
zoetigheid Feinkost; Imbiß; Köstlichkeit; Leckerbissen; Leckerei; Leckereien; Nascherei; Naschwerk; Süßigkeit; Süßigkeiten; etwas Süßes Leckerei; Leckereien; Süßigkeiten