Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Insel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Insel (Duits) in het Nederlands

Insel:

Insel [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Insel
    het eiland
    • eiland [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Insel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eiland Insel

Synoniemen voor "Insel":

  • Eiland

Wiktionary: Insel

Insel
noun
  1. vollständig von Wasser umgebenes Stück Land, das nicht als Kontinent gilt
Insel
noun
  1. een stuk land dat omringd is door water

Cross Translation:
FromToVia
Insel eiland island — area of land completely surrounded by water
Insel eiland île — Terre entourée d’eau