Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Integral

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Integral

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

integral:
- volledig; integraal; fascinerend; boeiend; integrerend
Integral:
- integraal
Wiktionary:
- Integral → integraal
- Integral → integraal
- integral → integraal

Duits

Uitgebreide vertaling voor Integral (Duits) in het Nederlands

integral:

integral bijvoeglijk naamwoord

integral (komplett; völlig; vollständig; vollkommen; gesamt)
volledig; integraal
- volledig bijvoeglijk naamwoord
- integraal bijvoeglijk naamwoord
integral (faszinierend; interessant; spannend; integrierend; gesamt; völlig; gründlich; komplett; fesselnd; erhebend; vollständig; vollkommen)
fascinerend; boeiend; integrerend
- fascinerend bijvoeglijk naamwoord
- boeiend bijvoeglijk naamwoord
- integrerend bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor integral:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
integraal		Integral
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boeiend	erhebend; faszinierend; fesselnd; gesamt; gründlich; integral; integrierend; interessant; komplett; spannend; vollkommen; vollständig; völlig	aufsehenerregend; eindrucksvoll; ergreifend; fesselnd; interessant; packend; sensationell; spannend; uneterhaltsam
fascinerend	erhebend; faszinierend; fesselnd; gesamt; gründlich; integral; integrierend; interessant; komplett; spannend; vollkommen; vollständig; völlig	überzeugend
integraal	gesamt; integral; komplett; vollkommen; vollständig; völlig
integrerend	erhebend; faszinierend; fesselnd; gesamt; gründlich; integral; integrierend; interessant; komplett; spannend; vollkommen; vollständig; völlig
volledig	gesamt; integral; komplett; vollkommen; vollständig; völlig	ganz; ganz und gar; gesamt; gänzlich; komplett; total; vollkommen; vollständig; vollzeitig; vollzählig; völlig

Synoniemen voor "integral":

basal; essentiell; essenziell; grundlegend; konstitutiv; notwendig; primär; prinzipiell; substanziell; unerlässlich; wesentlich

Wiktionary: integral

Cross Translation:

From	To	Via
• integral	→ integraal	↔ integral — constituting a whole together with other parts or factors; not omittable or removable

Integral:

Integral [das ~] zelfstandig naamwoord

Integral
de integraal
- integraal [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Integral:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
integraal	Integral
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
integraal		gesamt; integral; komplett; vollkommen; vollständig; völlig

Wiktionary: Integral

Integral

noun

Mathematik: ein Grenzwert, der zur Berechnung von Flächen und Volumen benutzt wird
- Integral → integraal
Mathematik: kurz für Integralzeichen
- Integral → integraal

Cross Translation:

From	To	Via
• Integral	→ integraal	↔ integral — limit of sums