Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Jargon:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. jargon:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Jargon (Duits) in het Nederlands

Jargon:

Jargon [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Jargon
    vakbargoens

Vertaal Matrix voor Jargon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vakbargoens Jargon

Synoniemen voor "Jargon":


Wiktionary: Jargon

Jargon
noun
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
Jargon jargon; vaktaal cant — jargon of a particular class or subgroup
Jargon taal; jargon language — vocabulary of a particular field
Jargon jargon argot — Vocabulaire et toutes particuliers utilisés exclusivement entre eux ceux qui exercent la même profession ou...



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Jargon (Nederlands) in het Duits

jargon:

jargon [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het jargon (vaktaal)
    die Fachsprache; der Slang; die Terminologie

Vertaal Matrix voor jargon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fachsprache jargon; vaktaal terminologie
Slang jargon; vaktaal serpent; slang; terminologie
Terminologie jargon; vaktaal terminologie

Verwante woorden van "jargon":

  • jargons

Wiktionary: jargon

jargon
noun
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
jargon Jargon; Fachsprache cant — jargon of a particular class or subgroup
jargon Eigenheit; Idiosynkrasie; Eigenart idiosyncrasy — language or behaviour particular to an individual or a group
jargon Sprache; Jargon language — vocabulary of a particular field
jargon Jargon; Fachsprache; Fachchinesisch argot — Vocabulaire et toutes particuliers utilisés exclusivement entre eux ceux qui exercent la même profession ou...