Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Kühler:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kühler (Duits) in het Nederlands

Kühler:

Kühler [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Kühler
    de radiator; de radiateur; de koelmantel
  2. der Kühler (Kühlbottich; Kühltrog)
    het koelvat; koelketel; de koelbak
    • koelvat [het ~] zelfstandig naamwoord
    • koelketel [znw.] zelfstandig naamwoord
    • koelbak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. der Kühler (Kühlanlage; Gefrieranlage; Kälteanlage)
    de koelinstallatie; koelinrichting

Vertaal Matrix voor Kühler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
koelbak Kühlbottich; Kühler; Kühltrog
koelinrichting Gefrieranlage; Kälteanlage; Kühlanlage; Kühler
koelinstallatie Gefrieranlage; Kälteanlage; Kühlanlage; Kühler Kühlanlage
koelketel Kühlbottich; Kühler; Kühltrog
koelmantel Kühler
koelvat Kühlbottich; Kühler; Kühltrog
radiateur Kühler
radiator Kühler

Wiktionary: Kühler

Kühler
noun
  1. Vorrichtung zum Kühlen des Motors von einem Kraftfahrzeug
Kühler
noun
  1. een toestel dat door straling warmte afgeeft, ofwel ter verwarming van een ruimte, ofwel ter koeling van bijvoorbeeld een motor

Verwante vertalingen van Kühler