Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. kabinett:
  2. Kabinett:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kabinett (Duits) in het Nederlands

kabinett:

kabinett [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. kabinett (Kabinettsrat)
    Kamerraad

Vertaal Matrix voor kabinett:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kamerraad Kabinettsrat; kabinett

Kabinett:

Kabinett [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Kabinett (Schrank; Sammlung)
    kabinetkast; het kabinet
  2. Kabinett
    het zijkamertje

Vertaal Matrix voor Kabinett:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kabinet Kabinett; Sammlung; Schrank Galerie; Generalstaatenkammer; Kammer; Kunstgalerie; Regierung; Sammlung; Staatsführung; Staatsmacht
kabinetkast Kabinett; Sammlung; Schrank
zijkamertje Kabinett

Synoniemen voor "Kabinett":

  • Nebenraum
  • Kollegium der Minister; Ministerrunde; Regierungskabinett

Wiktionary: Kabinett


Cross Translation:
FromToVia
Kabinett kabinet cabinet — group of advisors