Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Kompetenz:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kompetenz (Duits) in het Nederlands

Kompetenz:

Kompetenz [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Kompetenz (Zuständigkeit; Befugnis)
    de competentie; de bevoegdheid
  2. die Kompetenz (Zuständigkeit; Befugnis)
    de competentie; capabelheid
  3. die Kompetenz
    de competentie

Vertaal Matrix voor Kompetenz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bevoegdheid Befugnis; Kompetenz; Zuständigkeit Befugnis; Befugt sein; Recht; Zuständigkeit
capabelheid Befugnis; Kompetenz; Zuständigkeit
competentie Befugnis; Kompetenz; Zuständigkeit

Synoniemen voor "Kompetenz":


Wiktionary: Kompetenz

Kompetenz
  1. Zuständigkeit, Befugnis
  2. Vermögen, Fähigkeit
Kompetenz
noun
  1. een ontwikkelbaar vermogen van mensen waarmee ze in voorkomende situaties adequaat, gemotiveerd, proces- en resultaatgericht kunnen handelen

Cross Translation:
FromToVia
Kompetenz bekwaamheid; competentie competence — the quality or state of being competent for a general role.
Kompetenz bevoegdheid; competentie competence — the quality or state of being competent for a particular task.
Kompetenz competentie proficiency — ability or skill