Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Kompromiß:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kompromiss (Duits) in het Nederlands

Kompromiss:


Synoniemen voor "Kompromiss":


Wiktionary: Kompromiss

Kompromiss
noun
  1. Vereinbarung, bei der alle Beteiligten einige Aspekte ihrer Vorstellungen aufgegeben haben, um zu einer Entscheidung zu kommen
Kompromiss
noun
  1. overeenkomst waarbij de betrokken partijen concessies doen om tot een voor allen aanvaardbare oplossing te komen

Cross Translation:
FromToVia
Kompromiss compromis compromise — settlement of differences by arbitration or by consent reached by mutual concessions
Kompromiss compromis trade-off — situation in which one thing must be decreased for another to be increased
Kompromiss basterd bâtard — anthropo|fr Né de parents non mariés ensemble.
Kompromiss compromis; middenweg; tussenvoorstel; vergelijk compromis — droit|fr acte qui scelle un échange de promesses. C'est le résultat d'une négociation entre les parties en présence où chacune aura fait des concessions pour arriver à une solution commune qu'elles devront conjointement exécuter.

Kompromiß:

Kompromiß [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Kompromiß (Vergleich; Vereinbarung; Abmachung; )
    de compromis; het vergelijk

Vertaal Matrix voor Kompromiß:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
compromis Abkommen; Abmachung; Einigung; Kompromiß; Vereinbarung; Verfügung; Vergleich
vergelijk Abkommen; Abmachung; Einigung; Kompromiß; Vereinbarung; Verfügung; Vergleich Beilegung; Einigung; Erledigung; Regelung; Schlichtung