Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Kork:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kork (Duits) in het Nederlands

Kork:

Kork

  1. Kork
    de kurk
    • kurk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kork:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kurk Kork Korken; Propfen; Stöpsel

Wiktionary: Kork

Kork
noun
  1. ostmitteldeutsch, süddeutsch, österreichisch: Flaschenstöpsel aus Kork
  2. 2,5 bis 20 cm dicke Rinde der Korkeiche (quercus suber), aus lückenlos aneinander schließenden Zellen, die für Flüssigkeiten und Gase schwer durchlässig sind
Kork
noun
  1. licht, poreus materiaal, afkomstig van de kurkeik

Cross Translation:
FromToVia
Kork kurk; kurklaag; kurken cork — bark of the cork oak
Kork stopsel; stop; kurk cork — bottle stopper
Kork kurk liègeécorce épaisse et léger du chêne-liège qu’on utilise dans la fabrication de bouchons ou comme matériau isolant.

Verwante vertalingen van Kork