Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Lehne

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Lehne

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Lehne:
- rug; rugzijde; rugleuning; leuning; handsteun
Wiktionary:
- Lehne → leuning
- Lehne → drager, leuning, steun, stut, rugleuning, rugstuk

Duits

Uitgebreide vertaling voor Lehne (Duits) in het Nederlands

Lehne:

Lehne [die ~] zelfstandig naamwoord

die Lehne (Rückenlehne; Rückenstütze)
de rug; de rugzijde; de rugleuning; de leuning
- rug [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- rugzijde [de ~] zelfstandig naamwoord
- rugleuning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- leuning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Lehne (Geländer; Treppengeländer)
de leuning; handsteun
- leuning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- handsteun [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Lehne:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
handsteun	Geländer; Lehne; Treppengeländer
leuning	Geländer; Lehne; Rückenlehne; Rückenstütze; Treppengeländer	Balustrade; Brüstung; Geländer
rug	Lehne; Rückenlehne; Rückenstütze	Bergrücken; Gebirgskamm; Hügelrücken
rugleuning	Lehne; Rückenlehne; Rückenstütze
rugzijde	Lehne; Rückenlehne; Rückenstütze	Rückseite

Wiktionary: Lehne

Lehne

noun

Sitzmöbelteil, an den man sich anlehnen oder auf den man sich stützen kann
- Lehne → leuning

Cross Translation:

From	To	Via
• Lehne	→ drager; leuning; steun; stut	↔ appui — Ce qui sert à soutenir une chose ou une personne pour l’empêcher de tomber, de chanceler, etc.
• Lehne	→ rugleuning; rugstuk	↔ dossier — Dos d’un siège