Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. lokal:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Lokal (Duits) in het Nederlands

lokal:

lokal bijvoeglijk naamwoord

  1. lokal (stellenweise)
    lokaal; plaatselijk; hier en daar
  2. lokal
    lokaal
    • lokaal bijvoeglijk naamwoord
  3. lokal
    on-premises

Vertaal Matrix voor lokal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lokaal Klassenzimmer
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lokaal lokal; stellenweise
on-premises lokal
plaatselijk lokal; stellenweise
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hier en daar lokal; stellenweise

Synoniemen voor "lokal":


Wiktionary: lokal

lokal
adjective
  1. plaatselijk, van beperkte omvang

Cross Translation:
FromToVia
lokal lokaal; plaatselijk local — of a nearby location

Lokal:


Synoniemen voor "Lokal":


Wiktionary: Lokal

Lokal
noun
  1. een café waar ook maaltijden verkregen kunnen worden
  2. café, restaurant of andere openbare plek

Cross Translation:
FromToVia
Lokal perceel premise — piece of real estate
Lokal pand premises — land, and all the built structures on it, considered as a single place
Lokal kroeg pub — public house

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Lokal