Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Optimist:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. optimist:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Optimist (Duits) in het Nederlands

Optimist:

Optimist [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Optimist
    de optimist
    • optimist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Optimist:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
optimist Optimist

Synoniemen voor "Optimist":


Wiktionary: Optimist

Optimist
noun
  1. optimistischer Mensch, Mensch der das Leben meistens von der guten Seite sieht
Optimist
noun
  1. een mannelijk iemand die alles van de positieve kant beschouwt



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Optimist (Nederlands) in het Duits

optimist:

optimist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de optimist
    der Optimist
    • Optimist [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor optimist:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Optimist optimist

Verwante woorden van "optimist":

  • optimisten

Wiktionary: optimist

optimist
noun
  1. een mannelijk iemand die alles van de positieve kant beschouwt
optimist
noun
  1. optimistischer Mensch, Mensch der das Leben meistens von der guten Seite sieht