Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Paprika

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Paprika

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Paprika:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. paprika:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Paprika (Duits) in het Nederlands

Paprika:

Paprika [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Paprika
    de paprika
    • paprika [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Paprika:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
paprika Paprika

Synoniemen voor "Paprika":

  • Paprikaschote; Gemüse; Grünzeug

Wiktionary: Paprika

Cross Translation:
FromToVia
• Paprika → peberfrugt; paprika ↔ bell pepper — spicy-sweet vegetable
• Paprika → paprika ↔ paprika — spice
• Paprika → paprika ↔ paprika — condiment



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Paprika (Nederlands) in het Duits

paprika:

paprika [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de paprika
    der Paprika
    • Paprika [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor paprika:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Paprika paprika

Verwante woorden van "paprika":

  • paprikaatje

Wiktionary: paprika

Cross Translation:
FromToVia
• paprika → Paprika ↔ bell pepper — spicy-sweet vegetable
• paprika → Paprika ↔ paprika — spice
• paprika → Paprika ↔ paprika — condiment







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0220 seconde
Page rendered in 1.0 seconds