Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Reihenfolge (Duits) in het Nederlands

Reihenfolge:

Reihenfolge [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Reihenfolge (Aneinanderreihung; Reihe; Serie; )
    de aaneenschakeling; de keten; de reeks; de serie; de rij
    • aaneenschakeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • keten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • reeks [de ~] zelfstandig naamwoord
    • serie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • rij [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Reihenfolge (Serie; Reihe; Folge; )
    de reeks; de aaneenschakeling; de serie
  3. die Reihenfolge (Reihe; Aufeinanderfolge)
    de opeenvolging; de aaneenschakeling
  4. die Reihenfolge (Nachfolge; Erbfolge; Sukzession; )
    de opvolging; de successie
  5. die Reihenfolge (Rangordnung)
    rangschikken; de rangschikking
  6. die Reihenfolge (Z-Reihenfolge; Stapelreihenfolge)

Vertaal Matrix voor Reihenfolge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aaneenschakeling Abfolge; Aneinanderreihung; Aufeinanderfolge; Erkettung; Folge; Kette; Reihe; Reihenfolge; Serie; Verkettung Aneinanderreihung; Kette; Reihe; Serie
keten Abfolge; Aneinanderreihung; Erkettung; Folge; Kette; Reihe; Reihenfolge; Serie; Verkettung Aneinanderreihung; Berghütte; Fessel; Geschäftskette; Halskette; Handelskette; Handschellen; Kette; Ladenkette; Reihe; Serie
opeenvolging Aufeinanderfolge; Reihe; Reihenfolge
opvolging Aufeinanderfolge; Erbfolge; Folge; Nachfolge; Reihe; Reihenfolge; Sukzession
rangschikken Rangordnung; Reihenfolge
rangschikking Rangordnung; Reihenfolge Anordnung; Arrangement; Aufbau; Aufstellung; Eingliederung; Einreihung; Einrichtung; Einteilung; Ordnung
reeks Abfolge; Aneinanderreihung; Erkettung; Folge; Kette; Reihe; Reihenfolge; Serie; Verkettung Aneinanderreihung; Folge; Reihe; Sequenz; Serie; Zyklus
rij Abfolge; Aneinanderreihung; Erkettung; Folge; Kette; Reihe; Reihenfolge; Serie; Verkettung Aneinanderreihung; Kette; Kolonne; Leine; Linie; Reihe; Schlange; Serie; Stau; Stauung; Stockung; Zeile
serie Abfolge; Aneinanderreihung; Erkettung; Folge; Kette; Reihe; Reihenfolge; Serie; Verkettung Aneinanderreihung; Familie; Folge; Reihe; Sequenz; Serie; Zyklus
successie Aufeinanderfolge; Erbfolge; Folge; Nachfolge; Reihe; Reihenfolge; Sukzession
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rangschikken einen Rang zuweisen; einordnen; einteilen; inOrdnungbringen; klassifizieren; ordnen; priorisieren
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
z-volgorde Reihenfolge; Stapelreihenfolge; Z-Reihenfolge

Synoniemen voor "Reihenfolge":


Wiktionary: Reihenfolge

Reihenfolge
noun
  1. geregelte, ordnungsgemäße Aufeinanderfolge
    • Reihenfolgeorde

Cross Translation:
FromToVia
Reihenfolge volgorde order — arrangement, disposition
Reihenfolge aaneenschakeling; opeenvolging; volgorde enchainementaction d’enchainer.
Reihenfolge orde ordre — Relation entre des éléments d’un ensemble
Reihenfolge beurt; file; rij; gelid; reeks; toerbeurt rangée — Traductions à trier suivant le sens