Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Reim

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Reim

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Reim:
- rijm; rijmpje; rijmelarij; gerijmel
Wiktionary:
- Reim → rijm
- Reim → rijm, rijmpje, vers, versje

Duits

Uitgebreide vertaling voor Reim (Duits) in het Nederlands

Reim:

Reim [der ~] zelfstandig naamwoord

der Reim
de rijm
- rijm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Reim (Reimerei)
het rijmpje
- rijmpje [het ~] zelfstandig naamwoord
der Reim (Reimerei)
de rijmelarij; het gerijmel
- rijmelarij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gerijmel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Reim:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gerijmel	Reim; Reimerei
rijm	Reim
rijmelarij	Reim; Reimerei
rijmpje	Reim; Reimerei

Synoniemen voor "Reim":

Gedicht; Ode; Sonett; Literatur; Schriftwerk; Text

Wiktionary: Reim

Reim

noun

lautliche Übereinstimmung oder Ähnlichkeit in gleicher Position bei sprachlichen Ausdrücken
- Reim → rijm

Reim

noun

een vers waarvan een regel eindigt in een woord dat klankverwantschap vertoont met het einde van een andere regel
- rijm → Reim

Cross Translation:

From	To	Via
• Reim	→ rijm; rijmpje; vers; versje	↔ rhyme — verse, poetry
• Reim	→ rijm	↔ rhyme — rhyming; sameness of sound of some parts of words, as ‘the poem exhibits rhyme’

Verwante vertalingen van Reim

unreiner Reim