Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Saft:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Saft- (Duits) in het Nederlands

Saft:

Saft [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Saft (Fruchtsaft; Fruchtlimonade; Soße)
    het vruchtensap; het sap; de jus; het sapje
    • vruchtensap [het ~] zelfstandig naamwoord
    • sap [het ~] zelfstandig naamwoord
    • jus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • sapje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Saft:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jus Fruchtlimonade; Fruchtsaft; Saft; Soße Soße
sap Fruchtlimonade; Fruchtsaft; Saft; Soße
sapje Fruchtlimonade; Fruchtsaft; Saft; Soße
vruchtensap Fruchtlimonade; Fruchtsaft; Saft; Soße Fruchtsaft; Johannisbeersaft

Synoniemen voor "Saft":


Wiktionary: Saft

Saft
noun
  1. trinkbare Fruchtflüssigkeit aus reifem Obst und Gemüse
Saft
noun
  1. vloeibaar medicament
  2. plantenvocht

Cross Translation:
FromToVia
Saft sap juice — liquid from a plant
Saft sap juice — beverage made of juice
Saft sap juice — liquid resembling juice
Saft sap sap — juice of plant
Saft sap jussolution aqueuse obtenue à partir d’un produit solide par pression, coction, infusion ou tout autre moyen.
Saft sap; pit; levenskracht sèveliquide nutritif formé des sucs que les racines puiser dans le sol et répandre dans toutes les parties d’un végétal.


Wiktionary: Saft-


Cross Translation:
FromToVia
Saft- mals; sappig; fijn; lekker; smakelijk; van goede smaak getuigend succulent — Savoureux

Verwante vertalingen van Saft-