Duits

Uitgebreide vertaling voor Schicksal (Duits) in het Nederlands

Schicksal:

Schicksal [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Schicksal
    de lotsbestemming; de lot
  2. Schicksal (Los des Lebens)
    het levenslot
  3. Schicksal (Geschick)
    de noodlot; ongelukkig lot
  4. Schicksal (Empfänger; Adressat; Los; Geschick; Los des Lebens)
    de bestemming; de geadresseerde
  5. Schicksal (Erlebniss; Schicksale)
    het lotgeval
    • lotgeval [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schicksal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestemming Adressat; Empfänger; Geschick; Los; Los des Lebens; Schicksal Bestimmung; Entgültiges Ziel; Reisebestimmung; Reiseziel; Verkehrsraum; Ziel; Zielbahnhof; Zuteilung
geadresseerde Adressat; Empfänger; Geschick; Los; Los des Lebens; Schicksal
levenslot Los des Lebens; Schicksal
lot Schicksal Los
lotgeval Erlebniss; Schicksal; Schicksale
lotsbestemming Schicksal
noodlot Geschick; Schicksal
ongelukkig lot Geschick; Schicksal

Synoniemen voor "Schicksal":


Wiktionary: Schicksal

Schicksal
noun
  1. kein Plural: die höhere Macht, welche die Zukunft der/eines Menschen beliebig beeinflusst und lenkt
Schicksal
noun
  1. noodlot, wat het toeval iemand toebedenkt
  2. datgene wat het toeval iemand doet overkomen

Cross Translation:
FromToVia
Schicksal lot destiny — predetermined condition; fate; fixed order of things
Schicksal lot; beschikking fate — that which predetermines events
Schicksal lot fate — destiny
Schicksal lot; fortuin; noodlot fortune — destiny
Schicksal bestemming; lotsbestemming; lot; voorland destinationemploi auquel une personne ou une chose devoir affecter ou usage qu’on en peut faire.
Schicksal fortuin; lot; levenslot; bestemming; lotsbestemming; voorland destinéedestin particulier d’une personne ou d’une chose.
Schicksal geluk; fortuin; fortuinlijkheid; lot; levenslot; rijkdom fortunehasard, chance.