Duits

Uitgebreide vertaling voor Schlange (Duits) in het Nederlands

Schlange:

Schlange [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schlange (Slang; Luder; Aas)
    het serpent; de slang
    • serpent [het ~] zelfstandig naamwoord
    • slang [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Schlange (Kolonne; Stau; Reihe; )
    de rij; de colonne; de file
    • rij [de ~] zelfstandig naamwoord
    • colonne [de ~] zelfstandig naamwoord
    • file [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Schlange (Trulla; Schreckschraube; Aas; )
    de trut; de troela; de troel
    • trut [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • troela [de ~] zelfstandig naamwoord
    • troel [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. die Schlange (Hexe; Trulla; Schreckschraube; )
    de teef; het viswijf; de helleveeg; de haaibaai; de loeder; de heks; de feeks
    • teef [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • viswijf [het ~] zelfstandig naamwoord
    • helleveeg [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • haaibaai [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • loeder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • heks [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • feeks [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  5. die Schlange (falsches Ding; Luder; hinterlistiges Ding)
    de loeder; vals wicht; het kreng
    • loeder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vals wicht [znw.] zelfstandig naamwoord
    • kreng [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. die Schlange (Reihe)
    het rijtje
    • rijtje [het ~] zelfstandig naamwoord
  7. die Schlange (Schreckschraube; Trulla; Hexe; )
    vervelend kreng
  8. die Schlange (Gartenschlauch; Wasserschlauch; Schlauch; Gartenschläuche)
    de waterslang; waterserpent
  9. die Schlange (elende Kerl; Giftnudel; Luder; )
    de schurk; de smeerlap; het kreng; de klier; stuk ongeluk; de schoft; de ellendeling; het mispunt
    • schurk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • smeerlap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kreng [het ~] zelfstandig naamwoord
    • klier [de ~] zelfstandig naamwoord
    • stuk ongeluk [znw.] zelfstandig naamwoord
    • schoft [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • ellendeling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mispunt [het ~] zelfstandig naamwoord
  10. die Schlange (Reihe; Linie; Zeile; )
    het gelid; de rij
    • gelid [het ~] zelfstandig naamwoord
    • rij [de ~] zelfstandig naamwoord
  11. die Schlange
    veldslang

Vertaal Matrix voor Schlange:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
colonne Kette; Kolonne; Reihe; Schlange; Serie; Stau; Stauung; Stockung
ellendeling Aas; Dreckskerl; Ekel; Giftnudel; Luder; Lump; Rabauke; Schlange; Schuft; Widerling; elende Kerl
feeks Fischweib; Hexe; Luder; Schlange; Schreckschraube; Trulla; Weib
file Kette; Kolonne; Reihe; Schlange; Serie; Stau; Stauung; Stockung Aktenheft; Aktenordner; Dossier; Ordner; Register; Stau; Stauung; Verkehrsstauung
gelid Kette; Leine; Linie; Reihe; Schlange; Serie; Zeile Grad; Rang; Reihe; Titel
haaibaai Fischweib; Hexe; Luder; Schlange; Schreckschraube; Trulla; Weib
heks Fischweib; Hexe; Luder; Schlange; Schreckschraube; Trulla; Weib Hexe
helleveeg Fischweib; Hexe; Luder; Schlange; Schreckschraube; Trulla; Weib
klier Aas; Dreckskerl; Ekel; Giftnudel; Luder; Lump; Rabauke; Schlange; Schuft; Widerling; elende Kerl Drüse
kreng Aas; Dreckskerl; Ekel; Giftnudel; Luder; Lump; Rabauke; Schlange; Schuft; Widerling; elende Kerl; falsches Ding; hinterlistiges Ding
loeder Fischweib; Hexe; Luder; Schlange; Schreckschraube; Trulla; Weib; falsches Ding; hinterlistiges Ding Miststück; Mistweib; Weibsstück
mispunt Aas; Dreckskerl; Ekel; Giftnudel; Luder; Lump; Rabauke; Schlange; Schuft; Widerling; elende Kerl Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Lump; Schalk; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; geriebeneKerl
rij Kette; Kolonne; Leine; Linie; Reihe; Schlange; Serie; Stau; Stauung; Stockung; Zeile Abfolge; Aneinanderreihung; Erkettung; Folge; Kette; Reihe; Reihenfolge; Serie; Verkettung; Zeile
rijtje Reihe; Schlange
schoft Aas; Dreckskerl; Ekel; Giftnudel; Luder; Lump; Rabauke; Schlange; Schuft; Widerling; elende Kerl Dreckskerl; Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Grobian; Halunke; Hundsfott; Hundsfötter; Iltis; Lump; Lumpenkerl; Miststück; Mistweib; Schalk; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schuft; Schulter; Schurke; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Weibsstück; Widerling; geriebeneKerl
schurk Aas; Dreckskerl; Ekel; Giftnudel; Luder; Lump; Rabauke; Schlange; Schuft; Widerling; elende Kerl Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Kriminelle; Lausbube; Nichtsnutz; Racker; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Übeltäter
serpent Aas; Luder; Schlange; Slang
slang Aas; Luder; Schlange; Slang Gartenschlauch; Wasserschlauch
smeerlap Aas; Dreckskerl; Ekel; Giftnudel; Luder; Lump; Rabauke; Schlange; Schuft; Widerling; elende Kerl Drecksau; Dreckschwein; Dreckskerl; Dreckspatz; Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Grobian; Halunke; Hundsfott; Hundsfötter; Iltis; Lump; Lumpenkerl; Miststück; Mistweib; Sau; Schalk; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schuft; Schurke; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Weibsstück; Widerling; geriebeneKerl
stuk ongeluk Aas; Dreckskerl; Ekel; Giftnudel; Luder; Lump; Rabauke; Schlange; Schuft; Widerling; elende Kerl
teef Fischweib; Hexe; Luder; Schlange; Schreckschraube; Trulla; Weib Hündin
troel Aas; Fischweib; Hexe; Luder; Schlange; Schreckschraube; Trulla; Weib
troela Aas; Fischweib; Hexe; Luder; Schlange; Schreckschraube; Trulla; Weib Dirne; Flittchen; Herumtreiberin; Hure; Nutte; Schlampe; leichtes Mädchen
trut Aas; Fischweib; Hexe; Luder; Schlange; Schreckschraube; Trulla; Weib Eselin; Gans; Klunte; Zicke
vals wicht Luder; Schlange; falsches Ding; hinterlistiges Ding
veldslang Schlange
vervelend kreng Aas; Fischweib; Hexe; Hündin; Luder; Schlange; Schreckschraube; Trulla; Weib
viswijf Fischweib; Hexe; Luder; Schlange; Schreckschraube; Trulla; Weib
waterserpent Gartenschlauch; Gartenschläuche; Schlange; Schlauch; Wasserschlauch
waterslang Gartenschlauch; Gartenschläuche; Schlange; Schlauch; Wasserschlauch Gartenschlauch; Wasserschlauch

Synoniemen voor "Schlange":


Wiktionary: Schlange

Schlange
noun
  1. Abfolge, Reihe von Individuen oder Gegenständen
    • Schlangerij
  2. Zoologie: Unterordnung von fußlosen Tieren (Serpentes)
Schlange
noun
  1. een slang
  2. een lange magere person

Cross Translation:
FromToVia
Schlange pik; lul cock — slang for penis
Schlange lijn; file; rij line — straight sequence of people, queue
Schlange rij queue — line of people
Schlange serpent; slang serpent — snake
Schlange slang; serpent snake — legless reptile
Schlange slang; serpent serpentreptile apode ovipare (rarement ovovivipare).

Verwante vertalingen van Schlange