Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Schublade

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Schublade

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Schublade:
- lade; schuiflade; la; schuifla; laatje; voorraadla
Wiktionary:
- Schublade → lade
- Schublade → lade, la, schuif

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schublade (Duits) in het Nederlands

Schublade:

Schublade [die ~] zelfstandig naamwoord

die Schublade (Lade; Schubfach)
de lade; de schuiflade; de la; schuifla
- lade [de ~] zelfstandig naamwoord
- schuiflade [de ~] zelfstandig naamwoord
- la [de ~] zelfstandig naamwoord
- schuifla [znw.] zelfstandig naamwoord
die Schublade (Lade)
het laatje
- laatje [het ~] zelfstandig naamwoord
die Schublade (Vorratsschublade; Reserveschublade)
voorraadla
- voorraadla [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schublade:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
la	Lade; Schubfach; Schublade
laatje	Lade; Schublade
lade	Lade; Schubfach; Schublade
schuifla	Lade; Schubfach; Schublade
schuiflade	Lade; Schubfach; Schublade
voorraadla	Reserveschublade; Schublade; Vorratsschublade

Synoniemen voor "Schublade":

Schubfach; Schubkasten
Fach

Wiktionary: Schublade

Schublade

noun

oben offenes Behältnis, das in einem Möbelstück eingebaut ist
- Schublade → lade

Cross Translation:

From	To	Via
• Schublade	→ lade; la; schuif	↔ drawer — open-topped box in a cabinet used for storing
• Schublade	→ lade; la	↔ tiroir — Casier, compartiment, coulissant.

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Schublade (Nederlands) in het Duits

Schublade: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

schub: Schuppe
lade: Schublade; Lade; Schubfach