Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Schubs

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Schubs

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Schubs:
- oplawaaien; opdoffers; opdonders; opduvels
Wiktionary:
- Schubs → duw
- Schubs → duw

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schubs (Duits) in het Nederlands

Schubs:

Schubs [der ~] zelfstandig naamwoord

der Schubs (Schläge; Hiebe)
de oplawaaien; de opdoffers; de opdonders; de opduvels
- oplawaaien [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- opdoffers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- opdonders [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- opduvels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor Schubs:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
opdoffers	Hiebe; Schläge; Schubs
opdonders	Hiebe; Schläge; Schubs	Schläge
opduvels	Hiebe; Schläge; Schubs
oplawaaien	Hiebe; Schläge; Schubs

Wiktionary: Schubs

Schubs

noun

een zet, een stoot
- duw → Schubs; Stoß

Cross Translation:

From	To	Via
• Schubs	→ duw	↔ push — short, directed application of force; act of pushing