Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Stiefmutter:
  2. Stiefmütter:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Stiefmutter (Duits) in het Nederlands

Stiefmutter:

Stiefmutter [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Stiefmutter
    stiefmamma; de stiefmoeder

Vertaal Matrix voor Stiefmutter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stiefmamma Stiefmutter
stiefmoeder Stiefmutter

Wiktionary: Stiefmutter

Stiefmutter
noun
  1. die nach einer Wiederverheiratung des Vaters (infolge von Tod oder Scheidung) neue Ehefrau des Vaters, die mit ihrem Stiefkind (Stieftochter, Stiefsohn) nicht leiblich verwandt ist
Stiefmutter
noun
  1. de vrouw (of vriendin) van iemands biologische vader, die niet de biologische moeder van die persoon is

Cross Translation:
FromToVia
Stiefmutter stiefmoeder stepmother — wife of one's biological father, not one's biological mother

Stiefmütter:

Stiefmütter [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Stiefmütter
    de stiefmoeders; stiefmamma's

Vertaal Matrix voor Stiefmütter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stiefmamma's Stiefmütter
stiefmoeders Stiefmütter