Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
Suffix:
-
Wiktionary:
Suffix → achtervoegsel, suffix
Suffix → achtervoegsel, suffix, aanhangsel -
Synoniemen voor "Suffix":
Endsilbe; Nachsilbe; Affix
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor Suffix (Duits) in het Nederlands
Suffix:
Synoniemen voor "Suffix":
Wiktionary: Suffix
Suffix
Cross Translation:
noun
Suffix
-
Linguistik: an einen Wortstamm angehängte Endung, die der Wortbildung oder Flexion dient
- Suffix → achtervoegsel; suffix
noun
-
een woorddeel dat achter de stam van een woord gevoegd wordt
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • Suffix | → achtervoegsel; suffix; aanhangsel | ↔ suffix — letters or sounds added at the end of a word to modify the word's meaning |
| • Suffix | → achtervoegsel; suffix; aanhangsel | ↔ suffixe — Élément lexical |