Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Urin

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Urin

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Urin:
- zeik; pis; urine
Wiktionary:
- Urin → urine, pis, plas
- Urin → urine

Duits

Uitgebreide vertaling voor Urin (Duits) in het Nederlands

Urin:

Urin [der ~] zelfstandig naamwoord

der Urin (Harn; Pisse)
de zeik; de pis; de urine
- zeik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- pis [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- urine [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Urin:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pis	Harn; Pisse; Urin
urine	Harn; Pisse; Urin
zeik	Harn; Pisse; Urin

Synoniemen voor "Urin":

Ausscheidung; Exkrement; Harn; Natursekt; Piese; Pinke; Pipi; Pisse; Seiche; Wasser

Wiktionary: Urin

Urin

flüssige Ausscheidung der Blase beziehungsweise der Nieren bei Menschen und verwandten Säugetieren
- Urin → urine

Urin

noun

een vloeistof die bij dieren door de nieren wordt geproduceerd en periodiek wordt geloosd
- urine → Urin

Cross Translation:

From	To	Via
• Urin	→ urine	↔ urine — liquid excrement
• Urin	→ urine; pis; plas	↔ urine — biologie\|fr liquide dû à la filtration du sang par les reins et conduit par les uretères dans la vessie, puis évacuer par le canal de l’urètre.