Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Verbrauch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Verbrauch (Duits) in het Nederlands

Verbrauch:

Verbrauch [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Verbrauch (Konsum; Verzehr)
    de consumptie; het verbruik
  2. der Verbrauch
    het verbruik
    • verbruik [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Verbrauch
    het gebruik
    • gebruik [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Verbrauch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
consumptie Konsum; Verbrauch; Verzehr
gebruik Verbrauch Anwendung; Benutzung; Gebrauch; Handhabung; Hantieren; Nutzung; Verwendung; Verwertung
verbruik Konsum; Verbrauch; Verzehr

Synoniemen voor "Verbrauch":


Wiktionary: Verbrauch

Verbrauch
noun
  1. de totale verbruikte hoeveelheid

Cross Translation:
FromToVia
Verbrauch verbruik; consumptie consumption — the amount consumed
Verbrauch consumptie; verorbering consommation — Action de se servir des choses qui se détruisent par l’usage