Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Verleumdung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Verleumdung (Duits) in het Nederlands

Verleumdung:

Verleumdung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Verleumdung (Schande; Laster; Lästerung; Schmach)
    de laster; de schande; de smaad; de oneer
    • laster [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schande [de ~] zelfstandig naamwoord
    • smaad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • oneer [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Verleumdung (Klatsch; Gerede; Tratsch; )
    de smaad; de laster; de achterklap
    • smaad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • laster [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • achterklap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. die Verleumdung (Wäscherei; Anschwärzung; Klatscherei; )
    de klap; de roddels; de roddelpraat; de roddel; de praatjes; de achterklap; het geroddel; het geklets; geklep; de klets; het geklap
    • klap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • roddels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • roddelpraat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • roddel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • praatjes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • achterklap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • geroddel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geklets [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geklep [znw.] zelfstandig naamwoord
    • klets [de ~] zelfstandig naamwoord
    • geklap [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. die Verleumdung (Hohngelächter; Gejohle; Spott; )
    het hoongelach; de hoon
    • hoongelach [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hoon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. die Verleumdung (Lästerrede; Laster; Lästerung)
    de lastertaal
  6. die Verleumdung

Vertaal Matrix voor Verleumdung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achterklap Anschwärzung; Einkalkulierung; Geklatsch; Geplapper; Gerede; Geschwätz; Getratsche; Klatsch; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Tratsch; Verleumdung; Wäscherei Anschwärzung; Geklatsch; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Klatschen; Klatscherei; Laster; Lästerrede; Lästerung; Schwatz; Tratsch
geklap Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei
geklep Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei
geklets Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gequatsch; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Getratsch; Klatschen; Schwatz; Schwatze; Schwatzerei; Tratsch; Unsinn; Wäscherei
geroddel Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei Anschwärzung; Geklatsch; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Klatschen; Klatscherei; Laster; Lästerrede; Lästerung; Schwatz; Tratsch
hoon Gejohle; Gespött; Hohngelächter; Johlen; Lästerung; Schande; Schmähung; Spott; Verhöhnung; Verleumdung; Verspottung Gespött; Hohn; Spott; Spöttelei; Spötterei
hoongelach Gejohle; Gespött; Hohngelächter; Johlen; Lästerung; Schande; Schmähung; Spott; Verhöhnung; Verleumdung; Verspottung
klap Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei Bums; Fall; Geklatsch; Geplauder; Gequassel; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Hau; Hieb; Klaps; Klatsch; Knall; Krach; Maulschelle; Ohrfeige; Plauderei; Plumps; Puff; Schlag; Schuß; Stoß; Tratsch; leichter Schlag
klets Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei Blech; Blödsinn; Firlefanz; Gefasel; Geklatsch; Geplapper; Gequatsch; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Kauderwelsch; Klatsch; Käse; Larifari; Quatsch; Unsinn; dummes Zeug
laster Geklatsch; Geplapper; Gerede; Geschwätz; Getratsche; Klatsch; Laster; Lästerung; Schande; Schmach; Tratsch; Verleumdung Anschwärzung; Geklatsch; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Klatschen; Klatscherei; Laster; Lästerrede; Lästerung; Schwatz; Tratsch
lastertaal Laster; Lästerrede; Lästerung; Verleumdung
oneer Laster; Lästerung; Schande; Schmach; Verleumdung
praatjes Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei Getratsch; Klatscherei
roddel Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei Anschwärzung; Geklatsch; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Klatschen; Klatscherei; Laster; Lästerrede; Lästerung; Schwatz; Tratsch
roddelpraat Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei Anschwärzung; Geklatsch; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Klatschen; Klatscherei; Laster; Lästerrede; Lästerung; Schwatz; Tratsch
roddels Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei
schande Laster; Lästerung; Schande; Schmach; Verleumdung
smaad Geklatsch; Geplapper; Gerede; Geschwätz; Getratsche; Klatsch; Laster; Lästerung; Schande; Schmach; Tratsch; Verleumdung Gespött; Schmach; Schmährede; Spott; Spottrede; Spöttelei; Spötterei
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
eerroof Verleumdung

Synoniemen voor "Verleumdung":


Wiktionary: Verleumdung

Verleumdung
noun
  1. Rufschädigung durch falsche Aussagen oder Behauptungen
Verleumdung
noun
  1. de daad van het belasteren.
  2. laster, belastering
  3. onterechte beweringen die iemand in een kwaad daglicht stellen

Cross Translation:
FromToVia
Verleumdung belastering defamation — act of injuring another's reputation by any slanderous communication
Verleumdung laster; smaad slander — false, malicious statement
Verleumdung laster diffamation — Action de diffamer
Verleumdung laster médisanceaction de médire, de dire du mal de quelqu'un ou de quelque chose.