Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Wippe

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Wippe

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Wippe:
- wip
wippen:
- golven; deinen
Wiktionary:
- Wippe → wipwap, bascule, wip
- wippen → wippen

Duits

Uitgebreide vertaling voor Wippe (Duits) in het Nederlands

Wippe:

Wippe [die ~] zelfstandig naamwoord

die Wippe (Schaukel; Wippbrett; Schaukelbrett)
de wip
- wip [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Wippe:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
wip	Schaukel; Schaukelbrett; Wippbrett; Wippe

Wiktionary: Wippe

Cross Translation:

From	To	Via
• Wippe	→ wipwap	↔ teeter-totter — seesaw
• Wippe	→ bascule; wip	↔ bascule — pièce de bois ou d’autre matière soutenir par le milieu de manière qu’en pesant sur l’un des bouts on fait lever l’autre.

wippen:

wippen werkwoord (wippe, wippst, wippt, wippte, wipptet, gewippt)

wippen (schaukeln; fließen; wallen; schlingen; winken; schleudern; wogen; wiegen; pendeln; dünen; schlingern; schwingen; schwenken; herumfliegen; schwanken; wackeln; baumeln; flattern; schmettern; schlittern; schlenkern; watscheln; schlackern; tänzeln; sichwellen)
golven; deinen
- golven werkwoord (golf, golft, golfde, golfden, gegolfd)
- deinen werkwoord (dein, deint, deinde, deinden, gedeind)

Conjugations for wippen:

Präsens

wippe
wippst
wippt
wippen
wippt
wippen

Imperfekt

wippte
wipptest
wippte
wippten
wipptet
wippten

Perfekt

habe gewippt
hast gewippt
hat gewippt
haben gewippt
habt gewippt
haben gewippt

1. Konjunktiv [1]

wippe
wippest
wippe
wippen
wippet
wippen

2. Konjunktiv

wippte
wipptest
wippte
wippten
wipptet
wippten

Futur 1

werde wippen
wirst wippen
wird wippen
werden wippen
werdet wippen
werden wippen

1. Konjunktiv [2]

würde wippen
würdest wippen
würde wippen
würden wippen
würdet wippen
würden wippen

Diverses

wipp!
wippt!
wippen Sie!
gewippt
wippend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor wippen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
golven		Schwalle
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
deinen	baumeln; dünen; flattern; fließen; herumfliegen; pendeln; schaukeln; schlackern; schlenkern; schleudern; schlingen; schlingern; schlittern; schmettern; schwanken; schwenken; schwingen; sichwellen; tänzeln; wackeln; wallen; watscheln; wiegen; winken; wippen; wogen
golven	baumeln; dünen; flattern; fließen; herumfliegen; pendeln; schaukeln; schlackern; schlenkern; schleudern; schlingen; schlingern; schlittern; schmettern; schwanken; schwenken; schwingen; sichwellen; tänzeln; wackeln; wallen; watscheln; wiegen; winken; wippen; wogen	fließen; strömen; wellenförmig

Wiktionary: wippen

Cross Translation:

From	To	Via
• wippen	→ wippen	↔ basculer — Faire un mouvement de bascule.

Computer vertaling door derden: