Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: Zucker

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: Zucker

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Zucker:
- suiker
Wiktionary:
- Zucker → suiker, bloedsuikerspiegel, suikerziekte
- Zucker → suikerziekte, diabetes, suiker

Duits

Uitgebreide vertaling voor Zucker (Duits) in het Nederlands

Zucker:

Zucker [der ~] zelfstandig naamwoord

der Zucker
de suiker
- suiker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Zucker:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
suiker	Zucker

Synoniemen voor "Zucker":

Diabetes; Diabetes mellitus; Harnruhr; Zuckerharnruhr; Zuckerkrankheit; Erkrankung; Krankheit; Leiden
Essen; Esswaren; Lebensmittel; Nahrung; Nahrungsmittel; Viktualien

Wiktionary: Zucker

Zucker

noun

ein aus Pflanzen gewonnenes, süß schmeckendes Nahrungsmittel
- Zucker → suiker
ohne Plural, Medizinerjargon, Kurzwort für Blutzuckerspiegel
- Zucker → bloedsuikerspiegel
ohne Plural, umgangssprachlich, Kurzwort für Zuckerkrankheit (Diabetes mellitus)
- Zucker → suikerziekte

Zucker

noun

zoetstof
- suiker → Zucker

Cross Translation:

From	To	Via
• Zucker	→ suikerziekte; diabetes	↔ diabetes — A group of metabolic diseases
• Zucker	→ suiker	↔ sugar — sucrose from sugar cane or sugar beet and used to sweeten food and drink
• Zucker	→ suiker	↔ sucre — Substance alimentaire