Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: abzapfen

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: abzapfen

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. abzapfen:
  2. Abzapfen:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor abzapfen (Duits) in het Nederlands

abzapfen:

abzapfen werkwoord (zapfe ab, zapfst ab, zapft ab, zapfte ab, zapftet ab, abgezapft)

  1. abzapfen (zapfen; abnehmen)
    tappen; aftappen
    • tappen werkwoord (tap, tapt, tapte, tapten, getapt)
    • aftappen werkwoord (tap af, tapt af, tapte af, tapten af, afgetapt)
  2. abzapfen (zapfen; abnehmen)
    biertappen; tappen
  3. abzapfen (umfüllen; zapfen)
    overhevelen; overtappen
    • overhevelen werkwoord (hevel over, hevelt over, hevelde over, hevelden over, overgeheveld)
    • overtappen werkwoord (tap over, tapt over, tapte over, tapten over, overgetapt)

Conjugations for abzapfen:

Präsens
  1. zapfe ab
  2. zapfst ab
  3. zapft ab
  4. zapfen ab
  5. zapft ab
  6. zapfen ab
Imperfekt
  1. zapfte ab
  2. zapftest ab
  3. zapfte ab
  4. zapften ab
  5. zapftet ab
  6. zapften ab
Perfekt
  1. habe abgezapft
  2. hast abgezapft
  3. hat abgezapft
  4. haben abgezapft
  5. habt abgezapft
  6. haben abgezapft
1. Konjunktiv [1]
  1. zapfe ab
  2. zapfest ab
  3. zapfe ab
  4. zapfen ab
  5. zapfet ab
  6. zapfen ab
2. Konjunktiv
  1. zapfte ab
  2. zapftest ab
  3. zapfte ab
  4. zapften ab
  5. zapftet ab
  6. zapften ab
Futur 1
  1. werde abzapfen
  2. wirst abzapfen
  3. wird abzapfen
  4. werden abzapfen
  5. werdet abzapfen
  6. werden abzapfen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde abzapfen
  2. würdest abzapfen
  3. würde abzapfen
  4. würden abzapfen
  5. würdet abzapfen
  6. würden abzapfen
Diverses
  1. zapf ab!
  2. zapft ab!
  3. zapfen Sie ab!
  5. abgezapft
  6. abzapfend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor abzapfen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aftappen Drainieren
biertappen Abfüllung; Abzapfen
tappen Abfüllung; Abzapfen; Kräne
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aftappen abnehmen; abzapfen; zapfen
biertappen abnehmen; abzapfen; zapfen
overhevelen abzapfen; umfüllen; zapfen
overtappen abzapfen; umfüllen; zapfen
tappen abnehmen; abzapfen; zapfen einschenken; gießen; hineingießen; nachgiessen; nachschenken

Wiktionary: abzapfen

Cross Translation:
FromToVia
• abzapfen → aftappen; afluisteren; meeluisteren ↔ tap — to intercept communication

Abzapfen:

Abzapfen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abzapfen (Abfüllung)
    het tappen; biertappen

Vertaal Matrix voor Abzapfen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
biertappen Abfüllung; Abzapfen
tappen Abfüllung; Abzapfen Kräne
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
biertappen abnehmen; abzapfen; zapfen
tappen abnehmen; abzapfen; einschenken; gießen; hineingießen; nachgiessen; nachschenken; zapfen







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0421 seconde
Page rendered in 1.0 seconds