Duits

Uitgebreide vertaling voor ankommen (Duits) in het Nederlands

ankommen:

ankommen werkwoord (komme an, kommst an, kommt an, kam an, kamet an, angekommen)

  1. ankommen (arrivieren; eintreffen; hinkommen; angelangen; einlaufen)
    aankomen
    – na een reis ergens komen 1
    • aankomen werkwoord (kom aan, komt aan, kwam aan, kwamen aan, aangekomen)
      • de trein komt om drie uur aan1
    arriveren
    • arriveren werkwoord (arriveer, arriveert, arriveerde, arriveerden, gearriveerd)
  2. ankommen (fertigbringen; gelingen; bestehen; )
  3. ankommen (aushängen; aufkommen; schlüpfen; )
    uithangen; naar buiten hangen

Conjugations for ankommen:

Präsens
  1. komme an
  2. kommst an
  3. kommt an
  4. kommen an
  5. kommt an
  6. kommen an
Imperfekt
  1. kam an
  2. kamst an
  3. kam an
  4. kamen an
  5. kamet an
  6. kamen an
Perfekt
  1. bin angekommen
  2. bist angekommen
  3. ist angekommen
  4. sind angekommen
  5. seid angekommen
  6. sind angekommen
1. Konjunktiv [1]
  1. komme an
  2. kommest an
  3. komme an
  4. kommen an
  5. kommet an
  6. kommen an
2. Konjunktiv
  1. käme an
  2. kämest an
  3. käme an
  4. kämen an
  5. kämet an
  6. kämen an
Futur 1
  1. werde ankommen
  2. wirst ankommen
  3. wird ankommen
  4. werden ankommen
  5. werdet ankommen
  6. werden ankommen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde ankommen
  2. würdest ankommen
  3. würde ankommen
  4. würden ankommen
  5. würdet ankommen
  6. würden ankommen
Diverses
  1. komm an!
  2. kommt an!
  3. kommen Sie an!
  4. angekommen
  5. ankommend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor ankommen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankomen Ankommen; Arrivieren
arriveren Ankommen; Arrivieren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankomen angelangen; ankommen; arrivieren; einlaufen; eintreffen; hinkommen auf Besuch gehen; aufhören; aufsuchen; beenden; besuchen; dicker und schwerder werden; enden; vorbeikommen; vorüberkommen; zunehmen
arriveren angelangen; ankommen; arrivieren; einlaufen; eintreffen; hinkommen
naar buiten hangen abschweifen; ankommen; aufkommen; aushängen; auskommen; ausschweifen; ausspielen; eingestehen; ergehen; münden; schlüpfen
slagen voor ankommen; bestehen; durchsetzen; fertigbringen; gelingen; geraten; glücken; hinkommen; schicken; schmeißen; zurechtkommen
uithangen abschweifen; ankommen; aufkommen; aushängen; auskommen; ausschweifen; ausspielen; eingestehen; ergehen; münden; schlüpfen sich befinden

Synoniemen voor "ankommen":


Wiktionary: ankommen

ankommen
verb
  1. een bestemming bereiken
  2. de bestemming bereiken
  3. andere kant bereiken

Cross Translation:
FromToVia
ankommen aankomen; arriveren; bereiken arrive — to get to a certain place
ankommen aankomen get — arrive at
ankommen aankomen; arriveren; bereiken; overkomen; doorkomen; klaarspelen; slagen; slagen voor; aan de hand zijn; gebeuren; geschieden; voorkomen; voorvallen; aanbelanden; aanlanden; terechtkomen arriverparvenir à destination. — note Sans complément, on sous-entend que la destination est le lieu où se tient le locuteur.
ankommen halen; inslaan; raken; teisteren; treffen; doorkomen; klaarspelen; slagen; slagen voor; bereiken; behalen; inhalen; reiken tot parvenir — Arriver à un point donné à la suite d’un déplacement. (Sens général)

Ankommen:

Ankommen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Ankommen (Arrivieren)
    komen; aankomen; arriveren
    • komen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • aankomen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • arriveren [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ankommen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankomen Ankommen; Arrivieren
arriveren Ankommen; Arrivieren
komen Ankommen; Arrivieren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankomen angelangen; ankommen; arrivieren; auf Besuch gehen; aufhören; aufsuchen; beenden; besuchen; dicker und schwerder werden; einlaufen; eintreffen; enden; hinkommen; vorbeikommen; vorüberkommen; zunehmen
arriveren angelangen; ankommen; arrivieren; einlaufen; eintreffen; hinkommen
komen kommen

Verwante vertalingen van ankommen