Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. anstarren:
  2. Anstarren:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor anstarren (Duits) in het Nederlands

anstarren:

anstarren werkwoord

  1. anstarren (fixieren; anstieren)
    strak kijken
    • strak kijken werkwoord (kijk strak, kijkt strak, keek strak, keken strak, strak gekeken)

Vertaal Matrix voor anstarren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
strak kijken anstarren; anstieren; fixieren

Synoniemen voor "anstarren":


Wiktionary: anstarren

anstarren
verb
  1. langdurig aankijken

Cross Translation:
FromToVia
anstarren staren; turen gaze — To stare intently or earnestly
anstarren staren stare — To look fixedly

Anstarren:

Anstarren [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Anstarren (Anglotzen; Angaffen)
    aanstaren; aangapen; verbaasd aanzien

Vertaal Matrix voor Anstarren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangapen Angaffen; Anglotzen; Anstarren
aanstaren Angaffen; Anglotzen; Anstarren
verbaasd aanzien Angaffen; Anglotzen; Anstarren Angaffen; Anstaunen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangapen angaffen; anglotzen; gaffen; starren; stieren
aanstaren angaffen; anglotzen; gaffen; starren; stieren