Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bereitstehen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor bereitstehen (Duits) in het Nederlands

bereitstehen:

bereitstehen werkwoord

  1. bereitstehen (dasein)
    bereid zijn; klaarstaan
    • bereid zijn werkwoord (ben bereid, bent bereid, is bereid, was bereid, waren bereid, bereid geweest)
    • klaarstaan werkwoord (sta klaar, staat klaar, stond klaar, stonden klaar, klaargestaan)

Vertaal Matrix voor bereitstehen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klaarstaan Fertigsein
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bereid zijn bereitstehen; dasein
klaarstaan bereitstehen; dasein

Wiktionary: bereitstehen

bereitstehen
verb
  1. sich oder etwas zur Verfügung bereithalten

Computer vertaling door derden: