Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. biegsam:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor biegsam (Duits) in het Nederlands

biegsam:

biegsam bijvoeglijk naamwoord

  1. biegsam (flexibel; dehnbar; geschmeidig; )
    flexibel; soepel; buigbaar
  2. biegsam (knetbar; reibungslos; nachgiebig; )
    kneedbaar; vormbaar

Vertaal Matrix voor biegsam:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buigbaar beugsam; biegsam; dehnbar; elastisch; flexibel; formbar; gelenkig; geschmeidig; knetbar; nachgiebig
flexibel beugsam; biegsam; dehnbar; elastisch; flexibel; formbar; gelenkig; geschmeidig; knetbar; nachgiebig beugsam; entgegenkommend; flexibel; fügsam; gefügig; geschmeidig
kneedbaar beugsam; biegsam; biegungsfähig; dehnbar; elastisch; entgegenkommend; faltbar; flexibel; formbar; fügsam; gefügig; gelenkig; geschmeidig; glatt; knetbar; nachgiebig; reibungslos
soepel beugsam; biegsam; dehnbar; elastisch; flexibel; formbar; gelenkig; geschmeidig; knetbar; nachgiebig bequem; beugsam; dienstbereit; dienstfertig; entgegenkommend; flexibel; folgsam; fügsam; gefällig; gefügig; gehorsam; gelenkig; geschmeidig; leicht zu bearbeiten; nachgiebig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vormbaar beugsam; biegsam; biegungsfähig; dehnbar; elastisch; entgegenkommend; faltbar; flexibel; formbar; fügsam; gefügig; gelenkig; geschmeidig; glatt; knetbar; nachgiebig; reibungslos

Synoniemen voor "biegsam":


Wiktionary: biegsam

biegsam
adjective
  1. gemakkelijk buigend en zich aanpassend

Cross Translation:
FromToVia
biegsam buigzaam flexible — easily bent without breaking