Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: buttern

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: buttern

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

buttern:
- beboteren; karnen
Wiktionary:
- buttern → smeren, beboteren, karnen
- buttern → afranselen, afrossen, doorroeren, dorsen, houwen, klappen, kloppen, meppen, omroeren, roeren, slaan

Duits

Uitgebreide vertaling voor buttern (Duits) in het Nederlands

buttern:

buttern werkwoord (buttere, butterst, buttert, butterte, buttertet, gebuttert)

buttern
beboteren
- beboteren werkwoord (beboter, bebotert, beboterde, beboterden, beboterd)
buttern
karnen
- karnen werkwoord (karn, karnt, karnde, karnden, gekarnd)

Conjugations for buttern:

Präsens

buttere
butterst
buttert
butteren
buttert
butteren

Imperfekt

butterte
buttertest
butterte
butterten
buttertet
butterten

Perfekt

habe gebuttert
hast gebuttert
hat gebuttert
haben gebuttert
habt gebuttert
haben gebuttert

1. Konjunktiv [1]

buttere
butterest
buttere
butteren
butteret
butteren

2. Konjunktiv

butterte
buttertest
butterte
butterten
buttertet
butterten

Futur 1

werde buttern
wirst buttern
wird buttern
werden buttern
werdet buttern
werden buttern

1. Konjunktiv [2]

würde buttern
würdest buttern
würde buttern
würden buttern
würdet buttern
würden buttern

Diverses

butter!
buttert!
butteren Sie!
gebuttert
butternd

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor buttern:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beboteren	buttern
karnen	buttern

Synoniemen voor "buttern":

mit Butter bestreichen

Wiktionary: buttern

buttern

verb

Gastronomie: mit Butter bestreichen
- buttern → smeren; beboteren
Rahm zu Butter verarbeiten
- buttern → karnen

Cross Translation:

From	To	Via
• buttern	→ afranselen; afrossen; doorroeren; dorsen; houwen; klappen; kloppen; meppen; omroeren; roeren; slaan	↔ battre — frapper de coups répétés.